Zwangerschapshaptonomie: ook voor vaders

Als (aanstaande) vader draag je jullie kindje niet fysiek bij je en ervaar je de zwangerschap anders dan je partner. Je legt je hand op haar buik en hoopt een beweging te kunnen voelen. Tijdens de eerste controle ga je mee zodat je de echobeelden kunt zien. Bij eventuele vervolgecho’s zie je het hartje kloppen. Je doet vooral kennis op door het horen en zien van de ontwikkelingen van jullie baby. Toch wil je ook graag een hechte band opbouwen met jullie ongeboren kindje.

Niet denken, wel voelen

Jullie ongeboren kindje kan nog niet praten en niet denken. Maar wat hij of zij wel kan is voelen!
Dit zintuig wordt al ontwikkeld in de baarmoeder. Hoe laat je jullie kindje dan iets voelen? Bij ongeveer 20 weken kan je partner de baby voelen bewegen. En jij kunt van ‘buitenaf’ als vader te baby laten voelen dat je er bent. Jullie baby beweegt het vaakst tussen de 28 en 34 weken zwangerschap. Je kunt contact maken door samen rustig te gaan zitten of liggen, je handen op de buik te leggen en tegen jullie kindje te praten. Je kunt verder laten voelen dat hij of zij erg welkom is, dat de omgeving veilig is en dat het kindje zich aan jullie kan toevertrouwen. Op deze manier begint het hechtingsproces al voor de geboorte. Dit zorgt ook voor een solide basis voor het verdere leven van jullie kind.

Horen

Naast voelen, kan jullie kindje vanaf ongeveer de 20e week van de zwangerschap ook horen. Je baby begint dan te luisteren naar inwendige geluiden zoals het rommelen van de maag van je partner en de hartslag. En wist je ook dat geluiden van buitenaf, zoals stemmen en muziek, gehoord kunnen worden? Vanaf week 24 gaat jullie kindje ook de stemmen herkennen en merk je ook dat hij of zij zal reageren op jouw stem. Jullie baby houdt niet van harde of lage tonen, maar wel van geluiden die wat zachter, hoger of melodischer klinken. Daarnaast werken vertrouwde geluiden die vaak terugkomen rustgevend. Omdat deze geluiden worden onthouden door jullie baby, zal de baby jullie stemmen na de bevalling ook herkennen. Is je kindje in je buik een keer onrustig? Praten tegen de buik werkt écht, want hij of zij herkent je stem!

Zwangerschapshaptonomie

Het is dus mogelijk om tijdens de zwangerschap als (aanstaande) vader een band op te bouwen met jullie baby. Zwangerschapshaptonomie kan jullie helpen met dit hechtingsproces. Je volgt zwangerschapshaptonomie samen, dus met je partner. Deze vorm van haptonomie is gericht op het contact maken met de baby in de buik, door middel van aanraking, door handen te plaatsen op de zwangere buik. Bij zwangerschapshaptonomie leer je dit bewust te doen op verschillende manieren en te voelen hoe jullie baby ligt en reageert. Belangrijk daarbij zijn aandacht en geduld. 

Als (aanstaande) moeder leer je hoe je optimaal ruimte kunt maken voor het groeiende kindje in je buik. Daarnaast leer je het contact met je kind te verdiepen, zodat het voelt dat je de baby dichterbij je draagt. Als vader leer je wat je kunt doen om je partner te ondersteunen tijdens de zwangerschap. Wanneer je ervoor zorgt dat jouw partner kan ontspannen, kan zij meer ruimte maken voor jullie kindje. 

Haptonomie praktijk Schoneveld

Haptonomisch zwangerschapsbegeleider Renata Schoneveld vertelt: ‘Hoewel het misschien best wel prettig klinkt dat jouw partner al het zware werk doet, kun je als vader toch vaak een machteloos gevoel ervaren. En hoewel je deze enorme taak niet van haar kunt overnemen, kun je haar gelukkig wel ondersteunen. Tijdens de bevalling, maar ook tijdens de zwangerschap. Iedere sessie leer ik jullie samen iets nieuws en bespreek ik hoe jullie de zwangerschap ervaren. Ik wil dat niet alleen van de moeder weten, ik hoor het ook graag van jou: de vader. Daarom is het belangrijk dat jij ook iedere sessie aanwezig bent, zodat jullie straks samen klaar zijn voor het ouderschap. Tijdens de sessies leer ik je hoe je jouw partner kunt helpen. Dit kan betrekking hebben op een stukje ontspanning, maar ook hoe je haar kunt ontlasten. En, als het eenmaal zover is, hoe je haar kunt helpen om de weeën en de uiteindelijke bevalling zo goed mogelijk te doorstaan.’